Toekomst
Plannen
Architectenbureau Braaksma & Roos - met veel expertise op het gebied van hergebruik van industriële monumenten – herontwikkelde het gebouw dat niet alleen technisch duurzaam wordt, maar ook vitale functies voor de Amsterdammers behoudt.
Straks bieden de Van Gendt Hallen onderdak aan Drift Museum, sport, horeca, duurzame startups en kantoren.
“De vijf hallen met hun immense lengte, hoogte en sfeer maken het tot een overweldigend pand. De prominente dwarsas die de hallen onderling verbindt blijft een belangrijk ingrediënt van de industriële ruimte. Dit wordt een nieuwe levendige hoofdstraat die open en toegankelijk is en direct aansluit op de wijk. Ook de oude installaties, leidingen en hijsconstructies die het verhaal van deze plek vertellen worden zorgvuldig gereinigd en krijgen een tweede leven in het nieuwe ontwerp.” — Architect Job Roos
Onze
Kernwaarden
1
De Van Gendt Hallen brengen verschillende mensen, disciplines en denkwijzen samen om toekomst-bestendige oplossingen te ontwikkelen
2
Duurzaamheid en esthetiek staan centraal bij alles wat we maken en doen
3
De Van Gendt Hallen zijn een ontmoetingsplaats waar ideeën en technologieën worden gedeeld om te inspireren en te verbinden
4
We koesteren het industriële erfgoed van deze unieke monumentale 19e-eeuwse fabriekshallen
5
De Van Gendt Hallen bieden denkers en makers kansen om te leren en te groeien
“De verwachting is dat eind 2024 de buitenkant van het Rijksmonument klaar is en in 2025 het eerste deel in gebruik kan worden genomen. Het gebouw wordt gedeeltelijk openbaar, waardoor het een belangrijke buurtfunctie gaat vervullen. Waar de oude spoorbaan loopt komt een dwarsdoorgang die publiek toegankelijk is, zodat iedereen in het gebouw terecht kan voor horeca, sportactiviteiten, cultuur en buurtwinkels. De VOC-kade blijft openbaar toegankelijk en wordt een plek voor voetgangers met ruimte voor horeca en de aanleg van (elektrische) boten in een inpandige insteekhaven. Zo wordt het eiland ook via het water ontsloten voor toekomstige bezoekers en het laden en lossen van goederen.” — Eduard Zanen